Le Delta

  • Le Delta
  • Le Delta
  • Le Delta
  • Le Delta
  • Le Delta
  • Le Delta
  • Le Delta
  • Le Delta
  • Le Delta
  • Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta
  • © Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers
    Le Delta

In het hart van de stad, op de noordelijke oever van de Samber en tegenover de plaats die bekend staat als "Le Grognon", moest het gebouw dat in het begin van de jaren zestig werd gebouwd volgens de plannen van Victor Bourgeois, worden gerenoveerd en uitgebreid.

Het gebouw bestond uit een auditorium voor 400 personen, dat was ondergebracht achter een vier verdiepingen tellend parallellepipedumvolume met een op het zuiden gelegen vliesgevel (met uitzicht op de Samber), ondersteund door een vijf verdiepingen tellend gebogen parallellepipedumvolume, de "Croissant", met een oostelijke vliesgevel en een blinde zuidgevel.

De Provincie Namen heeft daarom met haar studiebureau (BEP) een "Design & Build"-raadpleging georganiseerd om het bestek te bepalen waaraan het nieuwe Maison de la Culture moet voldoen.

De grote zaal is volledig gerenoveerd op basis van een geluidsschaal, maar het podium, het podiumframe en de backstage ruimte zijn vergroot, terwijl de zaal uitgerust met modulaire zitplaatsen ruimte biedt voor maximaal 450 zitplaatsen op de begane grond of 600 staanplaatsen wanneer de zitplaatsen onder het podium zijn opgeborgen.

Een tweede zaal met een capaciteit van 120 tot 150 personen vond plaats in een cilindervormig gebouw dat " le Tambour" wordt genoemd en aan de ingang van de stad is geplaatst. Het lijkt te zweven op een enkele massieve stalen kolom met een diameter van 30 cm.

Een derde zaal met een capaciteit van 80 tot 120 personen vervolledigt de opnamestudio's die gereserveerd zijn voor versterkte muziek.

Het museum is aangevuld met ruimtes voor tijdelijke tentoonstellingen door het toevoegen van een extra verdieping op de " Croissant ".

Op het dak werd een kunstenaarswoning gebouwd, die nu dienst doe als een openbaar terras.

Plaats van de thermisch verzinkte elementen

De hoofdtrap, die is uitgebreid naar de nieuwe volumes in de sikkel, is de eerste "ruggengraat" van het project.

Aan de achterzijde maakt de "Meniscus" de verticale circulatie van het publiek van de begane grond naar het dakterras mogelijk, evenals die van het personeel en de acteurs naar de ruimtes die zich aan de achterzijde van het gebouw bevinden.

Een trap slingert zich om de liftschacht heen. De wanden bestaan uit zelfdragende frames van geperforeerde thermisch verzinkte staalplaat, waarbij het plaatwerk als een spandrel dient zonder dat er verdere versteviging nodig is. Perforaties met een diameter van 32 mm op een vierkant rooster van 35,5 mm worden vervolledigd met een perforatie van 11 mm, waardoor de transparantie toeneemt tot 71,35%.

De trap naar beneden van de ‘Tombour’ maakt gebruik van dezelfde techniek, maar hij is opgehangen aan de structuur van de "Tambour" en de perforaties zijn gemaakt in de stijgleidingen van de scheurplaten.

Tot slot zijn er geperforeerde platen gebruikt voor de meer "klassieke" leuningen van het platte dak, de buiteninrichting en de mezzanine van de foyer van de grote zaal. Ze hebben het voordeel dat ze uiterst gemakkelijk te onderhouden zijn.

Deze toepassing brengt rust en soberheid in het gebouw.

Technische aspecten.

Er werd een zeer klassiek S235 staal gebruikt.     

Waarom werd thermisch verzinkt staal gebruikt?

Thermisch verzinkt staal heeft geen onderhoud nodig en de gebruikte perforatie maakt het bijna "transparant" of in ieder geval extreem licht voor de structuren waar het gebruik ervan, binnen de grenzen van de beperkingen, het mogelijk heeft gemaakt om de doorsneden te verminderen.

 

Esthetisch verzinken

OPDRACHTGEVER:
Provincie Namen (B)
 
HOOFDAANNEMER:
Thomas & Piron Bâtiment, Wierde (B)
 
STAALBOUWER:
TAMCO sprl, Tamines (B)
Metal Projects, Pelt (B)
 
ARCHITECT:
Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers, Ukkel (B)
 
STUDIEBUREAU:
MC-Carré sprl, Louvain-la-Neuve (B)
 
BOUWTIJD:
2019
 
FOTOGRAAF:
François Brix
 
PLANNEN:
Philippe Samyn and partners sprl, architects & engineers, Ukkel (B)