Zwemcentrum Rotterdam

Groot zwemcomplex ingepast in bestaand kantoorpand

Het voormalige stadsdeelkantoor had een H-vormige plattegrond, waarvan de twee parallelle kantoorvleugels gehandhaafd zijn en het verbindende bouwdeel is gesloopt tot op de kelder. De afstand tussen beide vleugels is circa 35 meter. Daartussen was net voldoende ruimte om de baden in te passen. Alleen de tribune van het wedstrijdbad steekt in de bovenste lagen van de voormalige kantoorruimte. Hiervoor zijn twee bouwlagen gesloopt, terwijl de bestaande gevel is gestut en de constructie is versterkt. Met een aanvulling op de koppen is het bouwblok gecompleteerd. De nieuwe gevels voegen zich moeiteloos in de architectuur van de jaren vijftig.

Duurzame oplossing

Het resultaat van de transformatie is indrukwekkend. Enerzijds is een topsportcentrum gerealiseerd, terwijl anderzijds het karakteristieke kantoor fraai is hersteld met ruimte voor allerlei functies zoals kleedkamers, kantoren, bergruimte en installaties en met bovendien horeca met terrassen en sportwinkels in de plint. Daardoor is het geen in zichzelf gekeerd complex, maar een levendig centrum, dat meer mensen trekt dan zwemmers alleen.

Constructieve en bouwfysische uitdagingen

Ballast Nedam en Heijmans hebben als bouwers van het consortium het plan uitgevoerd en nemen gedurende twintig jaar het onderhoud op zich. Behalve de constructieve uitdagingen om een zware betonconstructie tussen twee bestaande kantoorvleugels te bouwen en deze te overkappen met een groot stalen dak, zorgden vooral de bouwfysische eisen voor hoofdbrekens.

Het 25-meter instructiebad en het 50-meter wedstrijdbad zijn op de eerste verdieping gelegd. Ze zijn thermisch van elkaar gescheiden, maar visueel verbonden door een deels transparante wand. Onder de baden en de perrons staan de zuiverings- en overige waterinstallaties.

Het lastigste was de fundering onder de stalen kolommen van het dak. Deze staan strak tegen de oude kantoorgevels, waar men niet kon heien. De palen staan daarom zo’n 2 meter uit de gevel, met daarop uitkragende T-vormige betonnen balken van 1,4 tot 2 meter hoogte, die de stalen kolommen dragen.

Dilataties

De baden staan helemaal los van de bestaande constructie en zijn rondom gedilateerd. Niet alleen voor de zakking door het eigen gewicht en 3,8 miljoen liter zwemwater, maar ook de omgevingstemperatuur van 30 graden maakt dat de constructie moet kunnen bewegen. De dilatatievoegen zijn daarom 20 mm breed en afgedekt met een rubberprofiel, dat de bewegingen kan opnemen.

Stalen dak

Het stalen dak wordt gedragen door kokerkolommen. Drie meter hoge vakwerkspanten overbruggen in de dwarsrichting van het pand een overspanning van 34 meter. In de langsrichting zijn deze spanten aan één zijde opgelegd op een spant dat vrijwel de gehele lengte van het pand beslaat. Deze stalen vakwerken zijn verzinkt en duurzaam gecoat met het oog op agressieve chloordampen.

Beloopbaar plafond

“De regelgeving rondom zwembaden stelt veel eisen ten aanzien van de verduurzaming van de constructies en de wijze waarop je zaken aan het plafond hangt. Daarom hebben we het plafond beloopbaar moeten maken”, vertelt architect Joost Esschendal van Kraaijvanger Architects. Deze maatregel heeft alles te maken met het onderhoud dat het consortium de komende twintig jaar aan het complex moet doen. Silvis: “Boven het akoestische plafond hebben we een houten balklaag met multiplex vloerplaten opgehangen aan de dakgordingen. Vanwege het vochtige klimaat hebben we daarvoor speciaal bevestigingsmateriaal van gecoat en verzinkt staal toegepast. Vanaf deze vloer kunnen we alle verbindingen en het leidingwerk eenvoudig inspecteren.”

ZEKER ZINK

 

OPDRACHTGEVER:
Gemeente Rotterdam (NL)
 
HOOFDAANNEMER:
Ballast Nedam Speciale Projecten en Heijmans (NL)
 
STAALBOUWER:
Hutten Metaal Staalbouw, Hardenberg (NL)
 
ARCHITECT:
Kraaijvanger Architects, Rotterdam (NL)
 
STUDIEBUREAU:
Tielemans, Eindhoven (NL)
 
BOUWTIJD:
2017
 
FOTOGRAAF:
© Ronald Tilleman

Ontwerp: Kraaijvanger Architects