Vlooibergtoren

Stalen torentrap in Tielt-Winge

De Brabantse gemeente Tielt-Winge is sinds half mei een icoon rijker. Een in het oog springende constructie, die het midden houdt tussen een toren en een trap, zweeft er hoog boven het bekende Kabouterbos uit en wekt de nieuwsgierigheid van tal van Tieltenaars en toevallige passanten. Het intrigerende staalvolume is van top tot teen bekleed met weervast staal. Het verhaal van de Tieltse toren gaat al een hele tijd terug. Jarenlang pronkte er op de heuvel ten westen van de Vlooiberg een houten uitkijktorentje van een meter of vier hoog. Helaas trok dit torentje behalve de voltallige Tieltse jeugd ook vandalen aan, die het onherroepelijk verminkten door het in brand
te steken. Omwille van de veiligheid werd de trots van Tielt-Winge afgesloten voor het publiek. Verhitte debatten volgden, en uiteindelijk besloot de gemeente het houten torentje te vervangen door een nieuw, monumentaal exemplaar dat de tand des tijds wel zou kunnen doorstaan. De eisen in het lastenboek waren navenant: de nieuwe toren moest volledig uit metaal bestaan, minstens 10 m hoog zijn, een afdak bevatten en bestand zijn tegen elke vorm van vandalisme. ‘Het gaat natuurlijk niet om een conventionele toren met wenteltrap, maar aangezien de ondergrond te klein is om de trap te ondersteunen, heb ik er simpelweg voor gekozen om er een zwevend volume van te maken. Voorts heb ik het behoorlijk rechttoe rechtaan gehouden en heb ik er niet al te veel fantasietjes ingestoken.’ vermeldt
de ontwerper.
Oorlog tegen het eigengewicht
De torentrap is 11,28 m hoog (topbordes op 10,08 m + borstwering van 1,20 m). Hij is opgebouwd uit een gegalvaniseerde basisstructuur die bekleed is met weervast staal. Dit weervast staal is een subtiele verwijzing naar de typisch Hagelandse ijzerzandsteen waaruit de Vlooiberg bestaat. Door haar roodbruine tint en imposante afmetingen oogt de constructie bijzonder indrukwekkend. Al bij al weegt ze maar liefst dertien ton. ‘Je kan dit project omschrijven als een oorlog tegen het eigengewicht,’. ‘Om ervoor te zorgen dat de constructie sterk genoeg zou zijn en dat ze niet zou doorhangen, heb ik manueel de kracht in elk element berekend. Op basis van die bevindingen heb ik de trap vervolgens gedimensioneerd. Samenvattend kan je stellen dat de constructie van groot, zwaar en sterk (HEA 280) naar klein, licht en slank (HEB 100) evolueert. De borstwering fungeert als structurele balk die de kracht, de sterkte en de stabiliteit van
de staalstructuur waarborgt.’
Niet enkel de constructie, maar ook de fundering werd op een specifieke manier ingevuld. Vooraan zijn er twee valse putten die de druk opvangen, achteraan negen trekankers die het geheel stabiel houden. Voorts vereiste ook de koppeling tussen de gegalvaniseerde basisstructuur en de weervast staalbekleding een inventieve oplossing. ‘Wanneer je ze rechtstreeks tegen elkaar schroeft, zal het weervast staal de beschermende zinklaag van de basisstructuur immers infecteren, waarop deze laatste al vrij snel zal beginnen
roesten,’ legt de ontwerper uit. ‘Het kwam er dan ook op aan om beiden op een duurzame manier van elkaar te scheiden. Dat heeft me toch wel voor de nodige problemen geplaatst, ook al omdat er over zulke detailleringen weinig concrete informatie beschikbaar is. Uiteindelijk ben ik zelf met een oplossing op de proppen gekomen: kunststof afstandhouders en roestvrije klinknageltjes.’
Het meest complexe onderdeel van het project was echter de trillingsanalyse. De trillingsfrequentie bij het betreden van de trap bleek immers erg dicht bij de trillingsfrequentie van het staal te liggen. Om te verhinderen dat de trap stevig zou beginnen trillen wanneer je hem betreedt, plaatste de ontwerper bovenaan twee trillingsdempers. ‘Dit zijn in feite veren met een blok staal van tweehonderd kilogram op. De dempers trillen op dezelfde frequentie als de trap, maar in omgekeerde richting. Het permanente tegengewicht maakt dat de trap veel minder zal trillen.’
Iconisch landmark
De effectieve plaatsing van de torentrap vond plaats in april. Nadat staalbouwer hem volledig prefabriceerde in zijn atelier in Duffel, werd hij via tractoren naar de werf vervoerd en sectie per sectie gemonteerd. Uiteindelijk nam de installatie van de constructie slechts een halve dag in beslag. ‘Dat is zo fijn aan staalbouw: wat je bouwt, is ook meteen klaar,’ aldus de ontweprer. ‘Wil je deze constructie met beton realiseren, dan moet je op een speciale manier bekisten, wachten tot het beton volledig is uitgedroogd, ... Ik werk dan ook liever met staal dan met beton. Bovendien biedt staal je ook qua ontwerp een aantal voordelen: de detailleringen zijn leuker, je kan er slankere constructies mee maken, ...’
De torentrap werd feestelijk ingehuldigd op 19 mei 2013. Als landmark met sterke iconische waarde plaatst hij de mooie streek rond Tielt-Winge letterlijk en figuurlijk in de kijker. ‘Ik wist wel dat het een ietwat apart ontwerp was voor een uitkijktoren, maar ik had niet verwacht dat hij zo in het oog zou springen,’ vertelt de ontwerper. ‘Er is al veel media-aandacht geweest, en dat heeft zelfs de initiële tegenstanders toch grotendeels over de streep getrokken. Voor de gemeente Tielt-Winge is dat uiteraard een uitstekende zaak. Ze trekken er een zeer verscheiden publiek mee aan, van rasechte Tieltenaars tot toevallige passanten en liefhebbers van moderne architectuur. Het is fijn om weten dat het effectief uitvoeren van dit gedurfd project op die manier toch echt wel zijn vruchten afwerpt.’

Opdrachtgever:
Gemeente Tielt-Winge (B)
 
Hoofdaannemer:
 
 
Staalbouwer:
Tri-Monta, Duffel (B)
 
Architect:
Ir. Yves Willems, Aarschot-Langdorp (B)
 
Studiebureau:
Ir. Yves Willems, Aarschot-Langdorp (B)
 
Bouwtijd:
mei 2014
 
Fotograaf:
Jo Borremans